Een vriend voor Donald en WaltDonald en Walt hadden een grote, nieuwe auto gekocht. Prachtig! Nu waren ze op zoek gegaan naar een grote, brede, blonde man, of roodachtig, met veel haar en met een rijbewijs. Ken jij zo iemand? Of een tweeling misschien? Bel of schrijf ze gerust.
|
Leven op zoet landEn buiten werd er gelachen en gezongen en binnen groeiden we. De bloemen maakten het mooi, de honing maakte het zoet.
|
Er kon ieder moment een gedicht komenEn we zaten daar, en ik hoorde geklap vanuit de verte, dus ik kijk die kant op. Het was Dorothy Weegbree met heimwee naar vroeger. Ze droeg haar hoed met veren.
|
Blaas liefje, blaas in de aanwezigheid van het Niets'Blaas maar, ja toe blaas maar', had Ida Heikluif geroepen.
'Je kunt het, toe maar, blaas maar!'. Maar toen Loke Dapperknop eindelijk blies, was er niemand meer om voor te blazen. En toen - toen was hij er ineens, Khobe! Vanuit het Niets. Met verse modder aan zijn laarzen. |
De klaagmuur van Geesje SpruitGeesje haalde haar schouders op. Of haar ervaring echt of onecht was, was niet relevant, het kon allebei, beide, of geen van beide. Tenminste dat vond ze.
Bovendien deed ze haar werk: mediteren met open ogen, opletten en klachten noteren. |
Pure handtekeningen verzamelen met echte emotieRie-Mökhe sprak weer Scandinavisch.
Ze had al 260 handtekeningen verzameld en had er nog 80 nodig. 'Geef mij de uwe alstublieft!', vroeg ze passerende voorbijgangers met echte emotie. Morgen wilde ze gaan oefenen op de handtekening van meneer Asbjõrn Khierlies, de tuinman! Dat was pas een uitdaging! |
Dagdromen over een eigen plekjeRiet dacht aan een keukentrapje, een fluit, een schaap, zomertijd en een glimlach en toen pas aan de lente. Nu leest ze over nesten bouwen, hardop.
|
Dialogen in open ruimtePepé en Makke leunden op elkaar, inmiddels eigenlijk al jaren.
Toen Dieke erbij kwam was het over en kwam er ruimte in het midden voor hen allemaal. |
Geen zorgen, in het moment is geen angst / no. 1De heer P. Wanninga en Loe-Loe stonden stil. Nu de toverstok in het water was gevallen, moesten ze een plan bedenken. Hoe halen we nu de overkant?', vroeg Loe-Loe met grote ogen.
*1/2 |
Geen zorgen, in het moment is geen angst / no. 2De heer P. Wanninga keek eerst ernstig. Maar ineens veranderde dat. Opgelucht haalde hij adem. 'We verzinnen gewoon wat!', riep hij. 'Aan de slag!'.
En dat deden ze. *2/2 |
WitruimtenBlauwbaard dacht niet na. Hij stond aan de top van de trap en was Anna helemaal vergeten! 'Waar ben ik?', vroeg hij zich af. Trouwens waar was de geheime sleutel? En waar was de trap? Er zou wel weer een opdracht of een raadsel kunnen komen. Daar was hij zeker van.
|
Empathie voor je zelf'Mag ik even op uw schoot zitten?',
vroeg de clown zachtjes in het oor van de vrouw. Ze knikte. Wat een verrassing! Met zijn ene been klom de clown op de schoot van de vrouw. Zijn neus was echt en rood, dat zag zij wel. Hij glom en zijn ogen glommen ook, dat zag zij ook. Toen keken ze minutenlang in elkaars ogen en luisterden ze stil naar het fluisteren van de bomen met de wind om het huis. |
Tuinieren om je tuinhuisje heenTilly bekeek de dingen luchtig en praktisch tegelijk.
Als het niet regende regelde ze tuinslangen voor de volkstuin van Arend-Ben, die liever in de grond wroette of een Mexicaanse sigaar rookte voor het tuinhuisje. |
Gerben wachtte op wat er zou komenGerben Vleugelmeester had een nieuwe wachtkamer getimmerd. Daarna had hij die geel geschilderd. De kamer was van echt hout en met mooie plastic stoelen. Wie Gerben zocht, wist al gauw dat je hem het beste kon vinden in zijn nieuwe, gele wachtkamer. En Gerben? Die zat op een van zijn plastic stoelen en wachtte rustig. Hij staarde uit het raam, in de verte, die hem inspireerde om een stap te zetten in nieuw perspectief.
|
Hij verlangde al zo lang naar erkenningDaar was hij weer, Okke Tocht: 'Zag je me?!', riep hij uit, 'of je het gelooft of niet, ik was het écht, de twaalf armige elf met één been!'.
Die Okke! Hij bleef terugkomen, vooral op verjaardagen als het ineens stilviel. Tot Alie gaapte. |
Laten gaan, laat maar gaanIk geloofde dat ik het idee van loslaten kon laten gaan. Het deed er niet meer toe, en ik geloofde het.
|
In niet-weten wachten op een antwoordIk was niet in de war, ik wist het gewoon niet.
Ik voelde dat ik het niet wist. Dat moment wist ik dat ik voelde, dat ik het niet wist. (Ik was niet in de war, ik wist alleen niet). |
Het is geen overbodige luxe om een dichter te zijnDe dichter is geïnteresseerd in schoonheid.
Geïnteresseerd zijn in schoonheid, legt een basis voor geluk. Het is dit moment, niet de kennis. Het is schoonheid, geen luxe. |
Vragen naar de bekende wegHet rook naar zaagsel,
maar toen de mevrouw met het rode haar de lamskoteletten had gebracht en iedereen begon te praten, kregen de bomen weer een gezicht. |
Het was onder een wandeling'Bhoeee, woooohd, droooom, doooh haa lieeee drekketucht!', sprak Naahr. Hij gromde bijna.
Kuifjes, zijn neef, schudde z'n hoofd: 'Wieke trekkhe die fruit', sprak hij. En hij vervolgde: 'Wieke jao threkke die fruit, fruit fruitop!'. Oom Grilbeen keek omhoog en zuchtte: 'De huig tuit, sekse juist. Ahmen'. |
Laten we je rechter hersenhelft schilderen, Brian!'Mijn leven lijkt wel een sprookje!' riep Brian.
Nu hij zich herinnerde wat hij vergeten was, kon hij gaan schilderen. Hij deed z'n ogen dicht. Zijn hoofd was leeg. De duizend en één wijzers van de klokken wezen naar de hemel. Tijd om ze vrij te laten. |
Loslaten wat je weet, toelaten wat je nog niet kentRudy zocht de witruimten.
Trudy huilde. Samen aten ze zwijgend cake. 'Ik weet nog een leuke mop', zei Rudy. Trudy wist hoe laat het was. 'Ik weet hoe laat het is', zei en ze droogde haar tranen. Daarna omhelsden ze nog een paar bomen. |
Luisteren naar de stilte van Moeder Trees-JoMoeder Trees-Jo zat bijna altijd in haar luie stoel.
Ze wilde steeds maar dingen. Echt waar, luister maar, want het ging zo: 'Kunt u de telefoon even aannemen.' 'U mag wel een chocolaatje nemen.' 'Laten we in een boom klimmen voor een apart uitzicht!' 'U mag mij wel even afdrogen.' Zo ging het maar door en door. En Moeder Trees-Jo wilde meer en meer. Tot ze ineens opstond en zei: 'Nu is het afgelopen! Ik zeg niks meer, ik ben stil!' En ze sloeg met haar vuisten in de lucht. |
Verlangen naar de tussentijdSprookjes bestaan in je held
en in je wolf. In wat je eet en als je raadt, zit, ligt of gaat. Of wanneer je blijft, zelfs laat - tot de wolken voorbijdrijven als je slaapt - en je alles overlaat aan de vlinders in de echo van de nacht. |
'Mei-Jo' riep de echoOebroekelok bleek helemaal geen uil te zijn, maar een betoverde pop. Dat wisten wij ook wel, maar waar was Mei-Jo gebleven? 'Mei-Jo!', riepen wij nog. 'Mei-Jooo!'. 'Joooo!...'.
|
Beweging brengt geluid met zich meeHum mum eir eir, zuuhmm!', zei Fly Hemmingwahl met haar handen.
En toen besloot Ike Dakke die beweging te onderzoeken door de bomen in kunstenaars te veranderen. |
Liet ik wat oude gedachten gaanNu, eerst liet ik wat oude gedachten gaan
liet ik mijn vleugels los - nam ik mijn twee benen terug - toverde ik mijzelf in de straten met een aantal mensen aan mijn zijden. |
Stille Tippe en rijke RenatePas toen Tippe zijn schoenen uittrok en een diepe buiging voor haar maakte, herkende Renate herkende hem pas, de stille pantomime-speler met zijn bolle wangen, die nooit geld had. Ze kreeg meteen weer de slappe lach.
|
Het oude ordenenWe hadden de stemming misschien iets kunnen rekken om een aantal oude innerlijke stemmen wat meer tijd te geven hun plaats weer in te nemen.
|
Een eigen portret'Pol lus lapperhoofd min monnik'. And 'Min monnik rabarber rabarber ', fluisterde hij en ik kon zien hoe zijn handen zijn adem vasthielden. En zo kreeg ik die dag mijn eigen portret.
|
Ze dacht dat ze een aardig persoon was, maar je kon niet met haar pratenEen, twee, drie... en de goede fee toverde in een keer de oude grootmoeder in zes dwergen. Ze zuchtte er van en toen werd het stil. Een sirene reed langs. Alleen de oude appelboom keek even op. En Sneeuwwitje? Die snurkte, ze sliep de hele dag al.
|
Iemand riep stop'Stop!', riep iemand. 'Mevrouw de commissaris, u hoeft geen inspanningen te doen om inzichten te krijgen. Ontspan maar gewoon!'
|
Het mooie zitten van Mökje Magertafel in het midden van alles'Je hoeft nergens heen Mökje Magertafel'. 'Echt, er is zelfs geen weg. Je bent nu hier', zeiden de mensen om haar heen. Nu kon Mökje nog maar aan drie dingen denken: aan de bovenwereld, aan de onderwereld en aan wat ze zou kiezen.
|
Vertel me waar je bent Dan Streep!Dan kreeg één eerlijke spotvogel als getuige. Kon deze vogel zijn vragen beantwoorden?
Geenszins. Gelukkig was er nog een raam over om naar buiten te kijken en te vragen naar een teken voor een bekende weg, of naar... Maar waar was hij? En bovenal waar was zijn paardenstaart? |
Bedankt voor het luisterenIk ben een oude boom. Ik ben zo'n oude boom! Als ik zeg 'boom', dan hoor je 'oude' of 'oooud'. Of 'oouude booooohm'. Maar wanneer de wind giert dan hoor je gewoon 'oooh' en 'iieeee'.
|
Wat isDe kwestie is niet onze vader, een Zen-monnik, of een meester van verlichting. Het probleem is niet het maken van keuzes, thuiskomen, of het vinden van vrijheid. De vraag is 'wat is'.
|
De waan van motivatieHarmke verlangde naar wat jodelen, maar omdat Tjeerd dat niet leuk vond, schreeuwde ze wat vreemde woorden door het veld. De anderen hielden hun adem in en keken naar de hemel.
|
De hoge heggen van HessHess droeg zijn heggenschaar op zijn rug.
Allang?... Ja al zo lang, dat hij uiteindelijk was vergeten waar hij was. Soms hoorde je hem roepen: 'Verdorie, waar heb ik mijn heggenschaar toch gelaten?!' Of: 'Wie heeft mijn heggenschaar toch gezien?!' |
Geen boom zonder naamEr was geen naam geschreven op de boom met de gouden vleugels en de zwarte neus. Maar we wisten allebei dat het Es was.
|
De noodzaak om gezien te worden'Laat me je armen zien!', zei de soldaat. Maar hij wist niet dat hij tot de prins sprak.
Maar Reginald de vierde stak gelijk zijn armen in de lucht. 'Hoera hoera!', riep hij en het voelde heerlijk. |
Stilte brekenDe anderen begonnen onmiddellijk te praten over creativiteit, inspiratie en innovatie in het dagelijks leven.
|
Het was allemaal niet zo zwart-witWe zagen een ding vanuit twee standpunten en zoals we allemaal konden zien, waren het twee kanten van dezelfde medaille.
'Waar zijn we?', vroeg hij Tingh, die gids, kok en beschermheer was vandaag. |
De weg van mevrouw Paardtrippeltrap'Drinken we ons glas leeg, mevrouw Paardtrippeltrap?'.
'We gaan mevrouw Paardtrippeltrap'. 'Het is klaar, mevrouw Paardtrippeltrap, gaat u mee?'. Iedereen noemde haar bij naam. Maar niemand kende de weg die ze al had afgelegd. |
Het geheim van Harry BochtMeneer Bocht wilde vluchten, bij voorkeur naar een ver land. Maar hij durfde niet.
Nu zwaaide hij net mevrouw Dutje alle lof toe voor haar uitstekende maaltijd en sloot daarbij aan bij de wens van mevrouw Braam en mevrouw Wildvanger dat het bedrag van het Vluchtelingenfonds werd verhoogd. Ze hebben een geweldige klus geklaard. |
De weg van de witte wolkEr zijn wolken, toch?
Genoeg wolken om in te fantaseren, om over te zingen. Om je humeur mee te verlichten, of je gedachten. Dus ik besloot net om vandaag met wolken te werken. |
Het lied met de gekke gezichten van Khiefer Diaz GhomKhiefer Diaz Ghom maakte gekke gezichten, soms in klei, of van papier, dan weer van zichzelf.
Hij wist wat hij deed. Als het klopte of creatief was, hoorde je zijn lied boven alles uit. En dan wuifden de mensen met hun armen naar het plafond. |
|
De wind in de herfst'Het licht zal kouder zijn, maar ik hoop dat de vreugde, de fantasie, de samenwerking en de humor blijven bestaan', aldus meneer Vlok. Hij nieste, drie keer. Het bleef daarna stil. Wij knikten zacht en neurieden met onze ogen dicht.
|
|
We markeerden onze plek (voor het geval we hem zouden verliezen)Na het diner lachten we erom, iedereen. Zelfs meneer Kivrucht de tovenaar met zijn gekleurde konijnen en zijn goede manieren. En juffrouw Slaapvracht met haar zilverpoets en bestekcollectie. Maar wie er niet was? Juist! Dat was de kleine Miralda Sterkenbos met haar nieuwe witte tanden en haar jodellied.
|
We zagen nog geen licht om hen heenVandaag kregen wij een bijbel aan onze deur. Die mochten we doorgeven aan wie we wilden.
Mijn zusje Hiltje maakt gelijk een lijstje met namen. Vooral lange. Mijn broertje Rudy zocht deuren uit. Vooral zware. |
BlijvenWie wilde, verdween. Anderen bleven waar ze waren om te worden wie ze wilden zijn. Bij iedere boom was een ei gelegd.
|
Wie?Gustavo Flederzum houdt van het licht.
Gisteren kreeg hij een mooie doos met sigaren. Vandaag begon hij weer met roken. Kijk daar zit hij, op die tak! |
Wie was dat? Wie was dat?H?eb je dat gezien?
Wat? Heb je hem zien! Hem? Pim? Die man met ... O ja zeker, dat was hem, Pim, de dwaler die zich verwondert. Wie was dat? Wie ... was dat - Pim?! |
Serie: Bomenwijzers
Datum: 2013, 2014, 2015
56 werken
Datum: 2013, 2014, 2015
56 werken